Wat is de betekenis van Confīgo?

2025-07-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Confīgo

fixi, fixum (3), samen- of aaneenhechten, -slaan, -voegen. | doorsteken, -boren; overdr., confixus alqa re, verlamd, tot werkeloosheid gedwongen, Cic.

Gerelateerde zoekopdrachten