conduplicatus
conduplicátus (-a, -um), - van Lat. conduplicāre [van con, samen; duplex (duplĭcis), dubbel], dubbelvouwen, verdubbelen: dubbelgevouwen, verdubbeld.
Dr. C. A. Backer (1936)
conduplicátus (-a, -um), - van Lat. conduplicāre [van con, samen; duplex (duplĭcis), dubbel], dubbelvouwen, verdubbelen: dubbelgevouwen, verdubbeld.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: