Concessionaris
(Lat.), m. (-sen), iem. die concessie heeft aangevraagd of verkregen; concessiehouder.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), m. (-sen), iem. die concessie heeft aangevraagd of verkregen; concessiehouder.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
concessiehouder. Voorbeelden: Naarmate de concessieperiode langer is, het prestatiepakket voor de publieke dienst meer discretionaire ruimte laat voor de concessionaris en er minder zicht bestaat op welke marktactiviteiten mogelijk gedaan kunnen worden kan er noodzaak blijven bestaan om specifieke regels te blijven stellen aan de conc...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
concessionaris - Zelfstandignaamwoord 1. concessiehouder Woordherkomst afgeleid van het Franse concessionnaire of daarvoor van het Latijnse 'concessionarius' (met het voorvoegsel con-) Synoniemen concessiehouder Verwante begrippen concessie
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: