Compagnon
(Fr.), m. (-s), 1. makker, gezel; — (zegsw.) als frère en compagnon met iemand omgaan, op zeer vertrouwelijke voet; 2. handelsgenoot, vennoot, lid ener handelsvennootschap.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), m. (-s), 1. makker, gezel; — (zegsw.) als frère en compagnon met iemand omgaan, op zeer vertrouwelijke voet; 2. handelsgenoot, vennoot, lid ener handelsvennootschap.
Wiktionary (2019)
compagnon - Zelfstandignaamwoord 1. metgezel, makker, maat, kompaan, vriend ♢ Hij ging samen met zijn compagnon op vakantie. 2. vennoot, handelsgenoot, medefirmant, zakenpartner, associé ♢ Hiervan profiteren vastgoedeigenaren, zoals Cor van Zadelhoff. Die verhuurt s...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
afk. Co. [Fr., van OFr. compaignon, van VLat. companio, -panionis, van Lat. panis = brood; dus lett.: die het brood met iem. deelt] gezel; medewerker; (hand.) deelgenoot in zaak.
drs. L.A. Beeloo (1981)
handelsgenoot, partner, vennoot, mede-eigenaar van een onderneming, b.v. de stille vennoot in een commanditaire vennootschap of de vennoot in een vennootschap onder firma.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
metgezel, makker, maat, kameraad; gezel; bon joyeux compagnon, vrolijke kwant; compagnon d'armes, wapenbroeder; compagnon de voyage, reisgenoot.
Winkler Prins (1949)
medevennoot, zowel in burg. maatschap als in vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: