Wat is de betekenis van commerçant?

2025-07-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

commerçant

handelaar. handelaar, vooral met de bijgedachte aan commerciële handigheid en feeling, en, soms in negatieve zin, ook aan sluwheid en winstbejag. Voorbeelden: Vóór de werkplaats van de fietsenmaker stond een benzinepomp, en die is nu weg [...]. Patrick, de fietsenmaker, vertelt [...] dat dit komt door de nieuwe mil...

2025-07-27
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

commerçant

(negatief) handelaar Omdat het rendement en de winstmarges op de eerste plaats kwamen, boven de kwaliteit, boven de ethiek, boven de geloofwaardigheid en zelfs boven de gezondheid. Omdat zij geen ambachtslui waren, maar commerçanten die het niet kon schelen of ze nu autobanden of vlees verkochten, als ze er maar snel rijk van werd...

2025-07-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

commerçant

(de, -en) gewiekste zakenman, handelaar. Rivalen, zoals de NV-A-voorzitter, Geert Bourgeois, zijn nog veel strenger: ‘Stevaert is een klaargestoomd product. Niemand weet nog dat hij eigenlijk. Robert heet. Hij is een commerçant die zichzelf goed verkoopt. Hij bedriegt de mensen en ze hebben het nog graag ook.’ - DS, 22-03...

2025-07-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Commerçant

I. handeldrijvend, handels-; II. koopman, handelaar, handelsman.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)