Wat is de betekenis van Commencer?

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Commencer

I. beginnen, aanvangen; commencer à, commencer de, beginnen te; commencer par, beginnen met; II. beginnen; a moitié fait qui commence bien, een goed begin is het halve werk.

Gerelateerde zoekopdrachten