Coma
I. (Gr.), o., 1. bewusteloosheid, inz. die door hersenaandoeningen of door vergiften veroorzaakt wordt; 2. slaapziekte. II. (Gr.), v., 1. nevelmassa die de kern v. e. komeet, aan alle zijden omgeeft; 2. afbeeldingsfout veroorzaakt door het niet evenwijdig met de optische as invallen van lichtbundels.