Wat is de betekenis van Collaar?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Collaar

(<Lat.), o., (R.-K.) halskraagje, zwart van een priester, paars van een bisschop, rood van een kardinaal en wit van de paus.

2025-07-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Collaar

[Lat. collaris = halskraag (o.a. van slaven als strafwerktuig), van collum = hals] halsbedekking van priesters.

2025-07-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Collaar

(collare) witte opstaande priesterboord

2025-07-23
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Collaar

priesterboord, van voren doorlopend, zonder plaats voor een das.

2025-07-23
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Collaar

halsboord der geestelijken met de veelal daaraan verbonden bef of → rabat.

2025-07-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Collaar

Collaar - (Lat. collare, collarium), wit, staand, van voren gesloten halsboord der geestelijken, met of zonder afhangend borststuk, dat zwart is bij priesters en lagere clerici, paars bij bisschoppen, rood bij kardinalen en wit bij pausen.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

collaar

[→Lat. collare, halsband], o., witte staande boord van r.k. geestelijken, die van voren gesloten is; hierbij wordt een bef gedragen, die zwart (priester), paars (bisschop), rood (kardinaal) of wit (paus) is.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Collaar

COLLAAR, o. (R.-K.) priesterkraagje, kraagje dat de geestelijke om den hals draagt: het is zwart van een priester, paars van een Bisschop, rood van een Kardinaal en wit van den Paus.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten