Coiffe, coiffé
I. (vrouwen)muts, kap, huif; voering [v. hoed]; overtrek; helm; zaadhuid. II. gekapt; met (een muts) op; ingenomen (de met), verzot (op); être né coiffé, met de helm geboren zijn, een Zondagskind zijn.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
I. (vrouwen)muts, kap, huif; voering [v. hoed]; overtrek; helm; zaadhuid. II. gekapt; met (een muts) op; ingenomen (de met), verzot (op); être né coiffé, met de helm geboren zijn, een Zondagskind zijn.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: