Wat is de betekenis van coccus?

(Lat.), m. (coccen), bolvormige bacterie.

coccus - Zelfstandignaamwoord 1. (biologie) bolvormige bacterie Woordherkomst van het Latijnse 'coccus' Synoniemen kok Verwante begrippen cochenille, streptokokken, stafylokokken, diplokokken, gonokokken

[modern Lat., van Lat. coccum, Gr. kokkos = pit van boomvrucht; ook: bes] bolvormige bacterie, z.a. De belangrijkste zijn de stafylokokken, z.a., en de streptokokken, [i]z.a. [/i]

bolvormige bacterie

(mv.: coccen) balvormige bacterie.

mv. cocci, Lat. voor kok(ken), het bolronde bacterie-geslacht der coccaceae. Door hun deling vormen ze soms trossen (stafylococcen), soms ketens (streptococci); soms liggen ze steeds twee aan twee. (diplococcus, o.a. de gonococcus, verwekker van de gonorrhoe en van sommige soorten, bijv. pneumococcus, longontsteking).

enkelvoud van Coccen. Kogelvormige bacteriën. Vele soorten, verenigd in geslachten vormen samen de fam. der Coccaceae. Gesl. hiertoe behorende zijn Micrococcus, Staphylococcus, Streptococcus en Sarcina. Deze benamingen houden verband met de wijze waarop de cellen zich delen, nl. slechts in één richting, of in willekeurige richtin...

(Lat.) m. (mv. coccen) bacterie in stip-, bolvorm.

meerv. cocci, noemt men alle bacteriën, die een ronde of ovale vorm hebben. Indien deze cocci in ketens zijn gerangschikt, noemt men ze streptococci, liggen de cocci paarsgewijs gerangschikt, dan spreekt men van diplococci. Hiervan is de meest bekende de Diplococcus pneumoniae of Pneumococcus, die een lancet- of kaarsvlamv...