Wat is de betekenis van circusaap?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

circusaap

(1935) (scheldw.) dwaas; malloot; pias; hansworst*. • De meeste van haar kleeren waren zichtbaar oud, in sommige zag zij er uit als een circusaapje. (A. Donkersloot: Schaduw der bergen. 1935) • "Het spijt me," verontschuldigde haar manager zich aan de telefoon, "maar ze zal geld eisen als je haar persoonlijk wilt ontmoeten. Als ze niet b...

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

circusaap

circusaap - Zelfstandignaamwoord 1. een aap die optreedt of optrad in een circus Woordherkomst samenstelling van circus en aap Verwante begrippen circusdier, circusgiraf, circusgiraffe, circushond, circuskameel, circuskangoeroe, circuskrokodil, circuslama, circusleeuw, circusolifant, circuspanter, circuspinguïn, circ...