Circuleren
(circuleerde, heeft gecirculeerd), (<Fr.), zich in een kring bewegen: het bloed circuleert door de aderen; de warmte circuleert door buizen; de lucht circuleert in dit vertrek slecht, verplaatst, ververst zich slecht; — ter lezing of ter ondertekening rondgezonden worden (van boekwerken of van een adres of lijst); e...