Circŭĭtŭs (circŭmĭtŭs)
ūs, m. het in een kring rondgaan, kringloop, omloop; overdr., omhaal (in spreken of handelen), omschrijving. | meton., omtrek, omvang, omweg; periode, verborum of orationis, Cic.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ūs, m. het in een kring rondgaan, kringloop, omloop; overdr., omhaal (in spreken of handelen), omschrijving. | meton., omtrek, omvang, omweg; periode, verborum of orationis, Cic.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: