Wat is de betekenis van Cipelgras?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Cipelgras

zie SIEPELGRAS.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

cipelgras

o. (lelieachtig gewas onzer venen en heiden: Lat. narthecium ossifragum).

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Cipelgras

CIPELGRAS, o. beenbreek (narthecium ossifragum) eene lelieachtige plant, op moerassige plaatsen en in hei- en veenstreken voorkomende, ook wilde gerst en gele water-affodille geheeten.

Gerelateerde zoekopdrachten