Cingel
zie SINGEL.
Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)
(Cin’gulum), lang koord, dat als een gordel gebruikt wordt om de → albe op te schorten. De C. mag uit linnen, hennep of zijde bestaan en uitgevoerd zijn in de liturgische kleur van den dag. In den regel ziet men hem echter uitgevoerd in het wit.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(cingulum, cinctorium, Gr.:, zone), een witte of gekleurde linnen, wollen of zijden dunne gordel, met of zonder kwasten, waarmede de liturgische albe wordt opgehouden. Daar de cingel rondom de lendenen gespannen wordt, heeft men er het zinnebeeld in gezien van het beteugelen der driften, wat aanleiding gaf tot het gebed: &bdquo...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Cingel - (Lat. cingulum), lang koord of band, gordel behoorend bij de ➝ alba; mag zijn van linnen, hennep of zijde, en mag de liturgische kleur hebben van den dag. Zinnebeeld der kuischheid. Gebruik in het Oosten veelal beperkt tot bisschop en priester.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Cingel - (cingulum), de aan de Joodsche en Romeinsche kleeding ontleende gordel ter opschorting van de albe, wit of in de kleur van het Misgewaad; uit linnen, wol, of zijde; in den vorm van een band of koord vervaardigd, dikwijls met kwasten en borduurwerk versierd. Het is een symbool van kuische gezindheid („praecinge me cingulo puritatis”); volge...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: