Wat is de betekenis van Chuckle?

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Chuckle

I klokken; inwendig, onderdrukt lachen, zich verkneuteren, gnuiven, gniffelen; II 1 het klokken; 2 onderdrukte lach.

Gerelateerde zoekopdrachten