chrismale
chrismale - Witlinnen doek of band die op een zeker moment de gezalfde bedekt bij doop, vormsel, bisschops- of priesterwijding.
Getty Research Institute (1990)
chrismale - Witlinnen doek of band die op een zeker moment de gezalfde bedekt bij doop, vormsel, bisschops- of priesterwijding.
Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)
1. de doek of band, waarmede in verschillende streken het hoofd der volwassen doopelingen en der vormelingen omwonden wordt, nadat het met → chrisma gezalfd is; 2. een in was gedrenkte linnen doek, die onder de drie altaardoeken gelegd wordt om deze van vochtigheid vrij te houden.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
heet het vat, waarin het chrisma wordt bewaard; ook wel het wit linnen doekje, waarmede de priester een ogenblik het hoofd van de pasgeborene bedekt; tevens de wasdoek, die onder de altaardwalen onmiddellijk op de gewijde altaarsteen wordt gelegd. In de vroege middeleeuwen wordt het woord bij de Ieren en Angelsaksers ook gebruikt voor ciborie...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Chrismale - voorheen de naam voor verschillende voorwerpen, verband houdend met het Chrisma, de H. Hostie, de Relieken, bijz. voor vaatwerk deze inhoudend, corporaal, linnen zakje. Heden voor: 1° den linnen doek of band, waarmede het hoofd der volwassen doopelingen en der vormelingen omwonden wordt na de zalving met het Chrisma; 2° den doek...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., 1. witte linnen doek, die vroeger moest voorkomen dat het chrisma weg zou vloeien; tegenwoordig gebruikt men hiervoor watten; 2. kleine linnen dwaal die op de altaarsteen wordt gelegd; 3. ampul of vat waarin het chrisma bewaard wordt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Chrismale - 1) Het doopmutsje (linteolum candidum), vroeger tegelijk met het witte kleed overge eikt, hetwelk thans een wit linnen doekje is, na het Doopsel gelegd op het hoofd; 2) Een voorhoofdband, vroeger van het Vormsel af een week lang gedragen, om veronteering van het chrisma te voorkomen; 3) Het onderste der altaardoeken (dikwijls van gewast...
M.C. Nieuwbarn O.P. (1910)
gewoonlijk twee- of driedeelig vat voor de h. oliën (z.a.); ook een witte linnen doek, welken de Priester den doopeling op het hoofd legt, ter herinnering aan het oude, witte doopkleed der catechumenen (z.a.); ook een wasdoek onmiddellijk boven de altaartafel en onder de 3 altaardwalen (z.a.) gelegd. Zie: Heilige oliën; oliebussen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: