Wat is de betekenis van Chilo?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Chilo

een van de Zeven Wijzen.

2025-07-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Chilo

Strogele lichtmotten, fam. Pyralidae, in Indon.; rupsen borende in Gramineeën. Het meest bekend zijn C.suppressalis WLK. (= simplex AUCT.) als gestreepte rijstboorder, en Chilotraea (= Chilo) infuscatellus Sn., de gele (top-)boorder van het suikerriet. Aan bestrijding wordt weinig aandacht geschonken, temeer daar beide soorten klaarblijkelijk...

2025-07-25
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

chilo

1. melksap; 2. kilo; fare il chilo, een middagdutje doen.

2025-07-25
Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Chilo

Chilo - Χείλων, spartaansch ephoor, als type van een spartaansch staatsman geroemd. Hij was ephoor in 560 of 556, en is misschien de eerste geweest, die dit ambt bekleed heeft. Als een van de zeven wijzen wordt hem de spreuk γνῶθι σαυτόν of τέλος ὁ&...

2025-07-25
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Chilo

Chilo - inhoudsmaat voor droge waren, voornamelijk voor koren, verdeeld in 8 Pintar. In Constantinopel is 1 chilo (kilé) = 36.11L. In andere plaatsen is het verschillend.

2025-07-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Chilo

Chilo, een der 7 wijzen van Griekenland, was de stichter van het ephoraat en werd zelf ephorus epónymus te Lacedaemon. Men zegt dat hij als grijsaard van blijdschap gestorven is, toen zijn zoon in de Olympische spelen als overwinnaar werd gekroond. Van hem zijn de spreuken, die in het Nederlandsch luiden „Ken u-zelven”, — „Al te veel is ongezond”,—...