Wat is de betekenis van chil?

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

chil

chil - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chillen ♢ Ik chil 2. gebiedende wijs van chillen chil! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chillen chil je?