checken
(werkwoord) [alg.] controleren, nakijken, nazien; afvinken - U wil dit model? Even nazien of dat op voorraad is. - Voor je het vliegtuig neemt, vink af op je lijst of je alles bij je hebt!
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(werkwoord) [alg.] controleren, nakijken, nazien; afvinken - U wil dit model? Even nazien of dat op voorraad is. - Voor je het vliegtuig neemt, vink af op je lijst of je alles bij je hebt!
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1951 maar ca. 1960+ als jeugd) bekijken; kijken (naar). 'Check you' betekent dan weer: ik zie je, ik spreek je. Zie ook: check me dan; ik check je. • En wie alleen is 'checkt' een van de anderen. Dat is ook een afscheidsgroet, vergelijkbaar met 'siesje': " Ik check je." Met een beetje mazzel 'check' je op zo'n avond, 'een wijf...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
checken - Werkwoord 1. (ov) controleren, nakijken ♢ Check jij even of de post er al is? Woordherkomst Van het Engelse to check. Verwante begrippen controleren, kijken, aflezen, nakijken, toezien, nazien
Muiswerk Educatief (2017)
checken - regelmatig werkwoord uitspraak: chec-ken 1. nagaan of iets in orde is ♢ hij checkte de rekening voor hij betaalde Regelmatig werkwoord: chec-ken ik check jij/u checkt ...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: