Wat is de betekenis van Chaos?

(<Gr.), m., baaierd, staat van ongeordendheid, alg. toestand van verwardheid; — warboel; — omvangrijke verwarde en ordeloze massa: een chaos van denkbeelden.

chaos - Zelfstandignaamwoord 1. grote wanorde, ongeordendheid, verwarring ♢ De stroomstoring zorgde voor chaos. 2. (wiskunde) praktisch onvoorspelbaarheid van uitkomsten die in sommige ingewikkelde stelsels van vaste rekenregels ontstaat door minieme verschillen in beginwaarden ...

chaos - zelfstandig naamwoord uitspraak: cha-os 1. toestand waarin alles door elkaar ligt of door elkaar gebeurt ♢ het was een chaos in zijn kamer Zelfstandig naamwoord: cha-os de chaos Synoniemen wano...

Het woord chaos is verwant aan a het Griekse chaskein (‘gapen, zich openen’); b het Hebreeuwse chaim (‘leven’); c het Perzische khados (‘woestenij’).

Chaotische situaties in de droom leggen psychische remmingen bloot; gevoelens, die niet kunnen worden gecategoriseerd.

Een gesteldheid die veel respect afdwingt in de 'cyber'-cultuur. Als iemand je op Internet typeert als 'chaoticus', dan moet dat gezien worden als een van de grootste complimenten die je kunt krijgen.

[Lat., Gr. = (oneindige) lege ruimte, baaierd, verwarde massa waaruit het heelal geschapen is] ordeloze massa of toestand.

ordeloze massa; warboel

Daar de christelijke opvatting van een schepping uit het niets onaanschouwelijk is, wordt zij meestal symbolisch vervangen door de ordening van een oorspronkelijk aanwezige mengeling van elementen, het ‘tohu wa bohu’ van de bijbel, waaruit de kosmos ontstaat (vergelijk het devies ‘ordo ab chao’ van de Schotse vrijmetselaars)...