Wat is de betekenis van Champignon, champion?

2025-07-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Champignon, champion

I. paddenstoel; dief aan de pit van een kaars; vleesuitwas, wild vlees; pruikestander, hoedestander; pousser comme un champignon, groeien als kool. II. kampioen; voorvechter.