Champ
veld, akker, land; terrein; fig. gebied; (speel)ruimte, vrijheid (van beweging); les champs, de landerijen, het land, het veld, de weide; champ clos, kampplaats, tournooiveld, strijdperk; se battre en champ clos, een tweegevecht houden; en plein champ, in het open veld; champ d’aviation, vliegveld, vliegterrein; champ de bataille, slagveld; c...