Wat is de betekenis van Chamois?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Chamois

(Fr.), I. bn., gemskleurig, bleekgeel; II. zn. o., soepel leer van geiten of hertenvel.

2025-07-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Chamois

[Fr., vgl. It. camoscio, van OGerm. gamuz, OHDu. gamz = gems] I zn soort gems; leer van gemzehuid; II bn & zn soort lichtgeel.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Chamois

bleekgeel; gemzeleer

2025-07-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Chamois

[Fr. sjamwa'], 1. soepel leer van geite-, gemze- of hertehuid; 2. chamoispapier, fotografisch papier van roomkleurige tint.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Chamois

gemskleurig, roodachtig geel

2025-07-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Chamois

gems, klipgeit; gemsleer; lichtgeel; (peau de) zeem(leer), zeemlap.

2025-07-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Chamois

gems; chamoisleather, zeemleer, gemzenleer.

2025-07-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Chamois

(Fr.: gems), gemsleer, -leren, gemskleurig (vaalgeel).

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

chamois

(Fr.) gemskleurig, bleekgeel.