Cephalanthus occidentális L
N.-Amerika; 2 m. Struik, opgaand groeiend, met eerst groene, gedeeltelijk iets rood aangelopen, behaarde, later geheel kale, iets kantige, geel-bruine twijgen met enkele lenticellen bezet; bladeren 7-16 cm lang, eivormig of ei-lancetvormig, met spitse top en afgeronde bladvoet, rand gaaf, eerst aan beide zijden behaard, later bovenzijde kaal, glanz...