Wat is de betekenis van cel?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Cel

I. (<Lat.), v. (-len), 1. ieder van een reeks kleine, gelijke, afzonderlijke vertrekken in een klooster, een gevangenis, een krankzinnigengesticht, als verblijfplaats voor één persoon ; — meton. : hij heeft een jaar cel gekregen, celstraf ; — hokje, vgl. douche-, telefooncel ; — eenzame kleine woning...

2025-07-25
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Cel

Zie Marcellus

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

cel

cel - Zelfstandignaamwoord 1. een kleine ruimte waar iemand voor straf moet zitten (in een gevangenis) Gevangenen wonen meestal in kleine cellen. 2. een kleine ruimte (in een klooster) In een klooster bevinden zich cellen. 3. (biologie) de klei...

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

cel

cel - zelfstandig naamwoord 1. klein kamertje in gevangenis of politiebureau ♢ hij werd opgesloten in de cel 1. de natte cel [badkamer en toilet] 2. piepklein levend deeltje...

2025-07-25
Cijfers spreken

Joep Brinkman & Hilbrand Oldenhuis (2016)

cel

Vakje in kruistabel waarin frequentie staat.

2025-07-25
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

cel

De kleinste eenheid in levende organismen. Iedere mens, elk dier, elke plant, elke bacterie en elke schimmel is opgebouwd uit cellen. Elke cel is zo klein dat je hem niet met het blote oog, maar alleen met een microscoop kunt zien. Sommige wezens zijn opgebouwd uit één cel, zoals een gist of een bacterie. Maar bij mens, dier en plant zijn er miljar...

2025-07-25
Papiaments woordenboek

Papiaments woordenboek

cel

cel, kerker

2025-07-25
Medische basiskennis begrippenlijst

Frans Verstappen (2004)

Cel

De basale functionele eenheid van organismen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Cel

[OFr. celle, van Lat. cella = kleine kamer; vgl. domi-cil-ium en cel-are = verbergen; vgl. Gr. kalia = hut] 1 woning van kluizenaar; 2 kamertje voor één persoon in klooster, gevangenis, krankzinnigengesticht e.d.; 3 afdeling van honingraat; 4 afgerond geheel v...