Wat is de betekenis van Cedrus?

2025-07-26
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Cedrus

Cedrus Loudon [J. Cl. Loudon (1785-1843), Sch. plantkundige], - Lat. transcr. van Gr. kedros, ceder, waarmede verschillende naaldboomen met geurig hout bedoeld werden.

2025-07-26
Plantenterminologie

Jac. de Bruijn (1973)

Cedrus

met deze Gr. naam werden verschillende naaldbomen aangeduid

2025-07-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Cedrus

ceder, naaldhoutgesl. beh. tot de onderfam. Abietoideae der Pinaceae en wel tot de groep waarbij de knoppen uitgroeien tot lang- en kortloten en die beide naalden dragen. C. is, in tegenstelling met de tot dezelfde groep behorende Larix, wintergroen en heeft geen platte, doch rhombische naalden, donkergroen. De kegels zijn eivormig, rijpen pas in h...

2025-07-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Cedrus

i, f. ceder. | meton., cederhout; cederolie (die voor verrotting bewaart), vand. carmina linenda cedro, de onsterfelijkheid waardig, Hor.

2025-07-26
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Cedrus

ceder, hooge boom met naalden u/h Middell. Zeegebied en de Himalaya,

2025-07-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Cedrus

Cedrus - ➝ Ceder.

2025-07-26
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Cedrus

Cedrus - plantengeslacht der Coniferen met 2 soorten, C. Deodara en C. Libani, terwijl C. atlantica, meestal als een vorm van C. Libani aangezien, ook wel als aparte soort wordt vermeld. Het zijn fraaie boomen met platte schermvormig uitgebreide takken. De naalden zit-, ten zooals bij de Larix aan korte loten in groepen bijeen, doch vallen in het n...

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Cedrus

plantengeslacht, behorend tot de familie Pinaceae. zie ceder.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Cedrus

Cedrus - κέδρος, 1) de cederboom.—2) de olie of harst, die uit cederhout werd getrokken door het bij het vuur te leggen. Met deze cederolie wreef men de buitenbladen der boekrollen in, om ze te vrijwaren tegen mot.

Gerelateerde zoekopdrachten