Wat is de betekenis van Caustisch?

Van Dale Uitgevers (1950)

Caustisch

(<Fr.-Lat.), bn., bijtend, brandend: caustische middelen; — fig. van spot, humor.

Jan Meulendijks (1993)

bijtend; brandend

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

brandend, scherp

Jacon Kramers Jz (1948)

1 bijtend; 2 sarcastisch.

H.J. van Eyk (1916)

Brandend, scherp, bijtend.

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Caustisch - (van het Gr. voor branden), bijtend.

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

[Fr., Gr.], bn., bijtend, brandend: caustische middelen; fig. van spot, humor.

Fokko Bos (1914)

caustisch - brandend, scherp.

Gerelateerde zoekopdrachten