Wat is de betekenis van Catechumeen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Catechumeen

(<Gr.), m. (...menen), doopleerling, hij die godsdienstonderwijs ontvangt om zich voor te bereiden tot de doop.

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Catechumeen

[kerkelijk Lat. catechumenus, Gr. katèchoumenos] doopleerling.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Catechumeen

(katechumeen) doopleerling

2025-07-25
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Catechumeen

(= onderrichte), degene die het → catechumenaat volgt: de verstandelijke en zedelijke voorbereiding van den niet-Christen op het doopsel. Oudtijds werden zij alleen tot het eerste gedeelte der H. Mis toegelaten, hun wegzending heette mis’sa catechumeno’rum, een term, die later op de geheele voormis werd toegepast (zie catechumenen...

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Catechumeen

nieuweling, die onderwezen wordt in de christelijke leer, doopleerling,

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

catechumeen

m. doopleerling.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

catechumeen

m. en v. catechumenen (Gr.-Lat. catechumenos: geloofsleerling, doopleerling der eerste eeuwen; ook wel: catechisant); aan de catechumenen werd het geloof onderwezen, zij bereidden zich voor tot het H. Doopsel.

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Catechumeen

Catechumeen - (Gr. katèchoumenos = „onderrichte”, doopleerling. ➝ Catechumenaat; ➝ Catechese.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Catechumeen

Catechumeen - (Gr. katechumenos), onderwezen leerling bij godsdienstonderwijs. Deze naam was gewoon in de oudheid. Tegenwoordig gebruikt men catechizant*. Zie CATECHUMENAAT.

Gerelateerde zoekopdrachten