Wat is de betekenis van casserolier?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

casserolier

(1940+) (horeca, sch.) afwasser. Duikt reeds op in een advertentie in de Leeuwarder Courant van 06/03/1948. • Tenminste geen sjiek restaurant, waar afwassers spottend 'casserolier' worden genoemd. (Ben Borgart: Buiten schot. 1975) • Jansen heeft het koksvak helemaal in de praktijk geleerd. Als dertienjarige ging hij in...

2025-07-28
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Casserolier

Afwasser, medewerker van het Steward department.

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Casserolier

[Fr.] (hotelwezen) oorspr.: hulpkok voor het braden; thans: bordenwasser in ho- tel.

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Casserolier

hulpkok

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

casserolier

(Fr.) m. hulpkok voor de behandeling der stoofpannen (in hotel of restaurant).

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Casserolier

[Fr.], m. (-s), hulpkok, bordenwasser.

Gerelateerde zoekopdrachten