Wat is de betekenis van carpoolt?

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

carpoolt

carpoolt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carpoolen ♢ Jij carpoolt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carpoolen ♢ Hij carpoolt 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van carpoolen carpoolt...