carpoolt
carpoolt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carpoolen ♢ Jij carpoolt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carpoolen ♢ Hij carpoolt 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van carpoolen ♢ carpoolt...
Wiktionary (2019)
carpoolt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carpoolen ♢ Jij carpoolt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van carpoolen ♢ Hij carpoolt 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van carpoolen ♢ carpoolt...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: