Wat is de betekenis van caravanner?

2025-07-28
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

caravanner

(zelfstandig naamwoord) [alg.] wagenkampeerder; woonkarder, sleurhutter - Een wagenkampeerder heeft op reis altijd zijn huisje bij zich. - Alweer een sleurhutter voor me op de snelweg.

Gerelateerde zoekopdrachten