Canule
(Fr.-Lat.), v. (-s), buisje, pijpje om inspuitingen te doen of wonden open te houden.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. cannula (verklw. van canna = riet) = klein dun rietje] (med.) pijpje om wonden open te houden of injecties te doen.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
een door de arts (in het bijzonder de chirurg) gebruikt buisje om een verstopt kanaal weer doorgankelijk te maken (bijv. trachea-camde bij croup) of een blijvende afvoer te maken (draineren, zie aldaar). zie ook troicard.
Winkler Prins (1949)
een in de geneeskunde gebruikt buisje, uit glas, metaal of eboniet; dient voor het doorlaten van vloeistof of gassen.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
buisje, dat in de geneeskunde voor het doorleiden van vloeistof of gas wordt gebruikt. Vorm en afmetingen dier buisjes zijn afhankelijk van het doel, waartoe zij bestemd zijn; zij zijn van glas, van metaal of van eboniet gemaakt. Men gebruikt de naam canule zowel voor holle injectienaalden als voor de aanzetstukken voor lavement spuiten, irrigators...
M. J. Koenen's (1937)
v. canules (Fr. [Lat. canula]: buisje, pijpje; inz. geneesk. buisje om wonden open te houden, etterstoffen af te voeren enz.).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: