Wat is de betekenis van canal?

kanaal, vaart (kanaal)

goot, buis, pijp; kanaal, vaart, gracht, zeeëngte; tussenkomst; canal d’adduction (de dérivation), aanvoer-(afvoer)kanaal; canal d'un moulin, molenvliet.

kanaal, vaart.

kanaal, gang, buis, ductus; alimentary, digestive, abdominal canal ,maagdarmkanaal; external, internal auditory canal, uitwendige, inwendige gehoorgang; birth canal, baringskanaal, geboorteweg; cervical canal, cervikaalkanaal (in de cervix uteri); cystic canal, ductus cysticus, grote galgang; ejaculatory canal, ductus ejaculatorius, zaadlozi...

m. rietveld, rietakker; visweer.