Wat is de betekenis van Cadee?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Cadee

(Zuidn.) I. zn. m. (-ën, -s), 1. iem. die in ’t goede of in ’t kwade uitmunt, een piet; — 't is een cadee, hij is flink uit de kluiten gewassen; — dat is cadee van bier, puik bier; 2. kind, jongen; 3. kwant: een vieze cadee, een rare vent; II. bw., puik, goed: dat bier is cadec; &md...

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

cadee

m. cadeeën, cadees (Z.-N. flinke kerel; ook: pierewaaier), een vieze cadee, rare snijboon.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Cadee

CADEE, m. (-ën, -s), iem. die in ‘t goede of in ’t kwade uitmunt, een piet; (ook) een snaak; — (Zuidn,) kind, jongen; — (Zuidn.) is een cadee, hij is flink uit de kluiten gewassen; — dat is cadee van bier, puik bier; een vieze cadee, een vieze, vuile vent; hij ziet er cadee uit, netjes, in de puntjes gekleed.

Gerelateerde zoekopdrachten