Wat is de betekenis van Bups?

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bups

(bubs) boel

2025-07-28
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

bups

bups zn. 'boel, zooi' categorie: etymologie onduidelijk Nnl. bups [1976; Dale], altijd in de uitdrukking de hele bups 'de hele kluit, boel'. Een woord van onbekende oorsprong. Misschien is het een variant van bips, hoewel de betekenisontwikkeling dan niet duidelijk is. Het...

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)