Wat is de betekenis van Bunschol?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bunschol

v. (-len), grote, gedurende de reis in een bun bewaarde schol.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bunschol

BUNSCHOL, v. (-len), groote, gedurende de reis in eene bun bewaarde schol.

Gerelateerde zoekopdrachten