Bunker
m. (-s), 1. bergplaats voor steenkolen, ook voor stookolie, die van boven gevuld en van onderen geledigd wordt, inz. in een stoomschip ; 2. zandkuil op een golfterrein; 3. in de grond of in een bergwand enz. uitgegraven en met beton zwaar versterkte verdedigingsstelling.