Wat is de betekenis van Buitenwerks?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Buitenwerks

I. bw., gemeten aan de buitenzijde, gerekend van de ene buitenste rand v. h. werk tot de andere : de breedte van een kozijn buitenwerks ; II. bn., buitenwerks gemeten. [Het accent wisselt.]

2025-07-26
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

buitenwerks

De maat van een gebouw of ruimte, gemeten van buitenkant tot buitenkant van twee muren of wanden.

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Buitenwerks

adv., bûte(n)wurks.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

buitenwerks

bw. (gerekend van de ene buitenste rand des werks tot de andere): de breedte van een kozijn buitenwerks; iets buitenwerks meten.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

buitenwerks

bn. en bw. van de ene buitenste rand van het werk, tot de andere (gemeten); de -e afmetingen van een kist; de lengte van een koffer -.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Buitenwerks

(het accent wisselt), bn. en bw., gemeten aan de buitenzijde, gerekend van de ene buitenste rand van het werk tot de andere: de breedte van een kozijn buitenwerks.

2025-07-26
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Buitenwerks

Buitenwerks - zie BINNENWERKS.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Buitenwerks

BUITENWERKS, bw. gerekend van den eenen buitensten rand des werks tot den anderen (bij metingen): de breedte van een kozijn buitenwerks.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten