Buitenschaal
v. (...schalen), buitenste plank die van een boom gezaagd wordt, dus met één zaagkant en één wankant.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (...schalen), buitenste plank die van een boom gezaagd wordt, dus met één zaagkant en één wankant.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Buitenschaal - de eerste en laatste plank, welke van een stam gezaagd wordt en die dus een zaag- en een wamkant* heeft.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-schalen), de eerste of buitenste plank die van een boom gezaagd wordt, dus met een wankant en een zaagkant.
J.H. van Dale (1898)
BUITENSCHAAL, v. (...schalen), buitenste plank die van een boom gezaagd wordt, dus met één zaagkant en één wankant; ...SCHOOL, v. (...scholen), dorpsschool; ...SCHOOLMEESTER, m. (-s); ...SCHOOT, m. (-en), (zeew.) buitenste schoot der lijzeilen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: