Buis (aansprekingsterm)
vroeger in N.-Holl. gebruikt als aanspreking = vriend, kameraad, en misschien liefkoozende vorm van bui(e), evenals Ans, Mies, moes, oomes; welk buie(e), in Groningen als aanspreking tegen jongens gebezigd, wel één zal zijn met fri. en n.-holl. bot, boo,. eng. boy, ook in Zeeland bekend, blijkens Wolff-B ekker, Walcheren 86: „Le...