Wat is de betekenis van building?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

building

building - Zelfstandignaamwoord 1. (België) een gebouw met meerdere verdiepingen Woordherkomst uit het Engels: een gebouw

2025-07-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

building

hoog gebouw, torenflat Net zoals het Philipsgebouw aan de Anspachlaan staat het op een sokkel van 13 meter hoog. Dat is nog een echo van het waanzinnige project om de tachtig buildings met een voetgangers-esplanade te verbinden. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 5 Vlaamsheid: 1

2025-07-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

building

(de, -s) hoog modern gebouw, flatgebouw, torenflat. Een tijdelijk opgerichte vennootschap heeft nu plannen om op deze kavels een heuse building met maar liefst twintig appartementen en evenveel ondergrondse garages op te trekken. - LN, 14-03-2003.

2025-07-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

building

Hoog flatgebouw, torenflat. Denk eens aan de vele duizenden die in een grote building wonen of, erger nog, de mensen in de binnenstad, Vrouw en Wereld juli/aug. 1975, p. 40. Te Anderlecht werd het stuk ring aangelegd naast een grote building. De bewoners ervan zijn vast niet te benijden, Touring 22/2/1978, p. 17. Ook o.a.: Gents...

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Building

Eng. voor gebouw

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Building

gebouw, bouw(werk); building line, rooilijn; buil dingplot, building-site, bouwterrein.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

building

('bilding) v. (—s) [Eng.] groot modern gebouw.

2025-07-25
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Building

Eng., gebouw.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)