Buikseizing
v. (-en), (zeew.) 1. band om de buik van een zeil als het vastgemaakt is bijeen te houden; 2. band waartegen de zeeman die met het handlood loodt, met het bovenlijf steunt.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), (zeew.) 1. band om de buik van een zeil als het vastgemaakt is bijeen te houden; 2. band waartegen de zeeman die met het handlood loodt, met het bovenlijf steunt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-en), (scheepv.), 1. band om de buik van een zeil bijeen te houden als het vastgemaakt is; 2. band waartegen de zeeman die met het handlood loodt, met het bovenlijf steunt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
BUIKSEIZING, v. (-en), (zeew.) stuk dubbel zeildoek aan het want vastgemaakt en waartegen de zeeman die met het handlood loodt, met het bovenlijf steunt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: