Wat is de betekenis van Buikrijer?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Buikrijer

m. (-s), eenvoudige seizing om op de rede de buik der zeilen bij elkander te halen.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Buikrijer

m. (-s), (scheepv.), eenvoudige seizing om op de rede de buik van de zeilen bij elkaar te halen.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Buikrijer

BUIKRIJER, m. (-s), eenvoudige seizing om op de reede den buik der zeilen bij elkander te rijen.

Gerelateerde zoekopdrachten