buikorgel
1) (1955) (zeem.) accordeon. Syn.: buikkast*. • Jan moet met zijn buikorgel al een mooie duit bij elkaar gevingerd hebben. (Leeuwarder Courant, 20/10/1955) • 'Dit is de refugie,' klonk de bariton naast hem. 'De man met het buikorgel noem ik het altijd... (Willem Brakman: Een winterreis. 1963) • Buikorgel. Klein draaiorgel met een...