bui
boei, gevangenis; dibui, opgesloten, gevangen gezet.
W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)
Wiktionary (2019)
bui - Zelfstandignaamwoord 1. (meteorologie) een kortstondige periode van neerslag ♢ De plotselinge bui zorgde voor veel ongelukken op de weg. 2. een voorbijgaande stemming ♢ Hij was in een slechte bui toen hij om drie uur 's nachts gebeld werd.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
bui - zelfstandig naamwoord 1. regen, sneeuw of hagel die valt ♢ we moesten schuilen voor de bui 1. ik zag de bui al hangen [ik zag de narigheid al aankomen] 2. de bui zal wel o...
Peter Bakema (2003)
- onweerachtige bui, onweersbui, onweer. Na de middag wordt de atmosfeer in toenemende mate onstabiel en is er kans op een onweerachtige bui. - DS, 30-08-2002.
Peter Timofeeff (1993)
Neerslag die valt uit convectieve bewolking. Een gemiddelde bui heeft een levensduur van ongeveer een half uur en maakt verschillende stadia van ontwikkeling door. Het begint met convectie, waarbij in gunstige omstandigheden (voldoende vocht en onstabiliteit) in het convectief condensatieniveau een kleine wolk van het geslacht cumulus ontstaat: een...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., bui, buoi; — waaruit alleen wind komt, wynbuoi; koude —, skip mei sûre apels; de -en volgen elkaar op, de iene bui jaget de oare; (stemming), rite, gyl; een verliefde —, in griene rite; een knorrige — hebben, in forkeard steed yn ’e holle hawwe, in min s...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
Wat de uitwendige verschijnselen betreft spreekt men van een bui (regenbui, sneeuwbui, hagelbui, event. ook onweersbui), wanneer er neerslag valt gedurende een betrekkelijk korte tijdsduur en met een plotseling inzetten (of event. ook een plotselinge versterking) van de regen, sneeuw- of hagelval. De intensiteit is vaak groot (bij een uitzon...
M. J. Koenen's (1937)
v. buien, buitje (1 korte periode van slecht weer: regen, hagel enz.; regenvlaag; 2 kortdurende stemming; luim): 1. donderbui, hagelbui, regenbui; 2. een goede, kwade bui hebben, kuur, luim; hij heeft van die buien, is anders dan gewoonlijk; bij buien, nu en dan, soms.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: