Wat is de betekenis van Büsching?

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Büsching

Büsching - Anton Friedrich, philosoof, theoloog, historicus en statist. geograaf; *27 Sept. 1724 te Stadthagen, ✝28 Mei 1793 te Berlijn; studeerde theologie, was sedert 1754 prof. in de philosophie te Göttingen, van 1761-1765 Luth. predikant in St. Petersburg, sedert 1766 directeur van een gymnasium te Berlijn. In zijn aardr. uiteenzettin...

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Büsching

Büsching - (Anton Friedrich), 1724—1793, Duitsch theoloog en geograaf, professor te Göttingen in de philosofie (1754—1766). Hij schreef eene Erdbeschreibung (Dl. I—XI afd. 1, Hamburg, 1754—92), voortgezet door von Sprengel en Wahl (Dl. XI afd. 2—4, Hamburg, 1802 — 7), door Hartmann (Dl. XII, Afd. 1, Hamburg, 1799) en door Ebeling (Dl. XIII. Bd. 1—6...

2025-07-25
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Busching

(Ant. Friedr.), geb. te Stadthagen 27 Sept. 1724, gest. 22 Mei 1793 als directeur van het gymnasium genaamd het "Graue Kloster” te Berlijn, heeft een aantal hoogst verdienstelijke werken geschreven over godsdienst, opvoeding en onderwijs, geschiedenis en aardrijkskunde. Zijne Erdbeschreilmng is het eerste werk, waarin de aardrijkskunde w...