Wat is de betekenis van bubbelde?

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bubbelde

bubbelde - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van bubbelen ♢Ik bubbelde ♢Jij bubbelde ♢Hij, zij, het bubbelde

Gerelateerde zoekopdrachten