Wat is de betekenis van brulapen?

brulapen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord brulaap

Zuidamerikaanse, in bomen levende apen met een grijpstaart. De troepen van rode brulapen verstoren de nachtelijke stilte in het oerwoud door hun luid gebrul. Een grote, benen keelzak dient daarbij als geluidsversterker.

Brulapen - ➝ Aap.

Brulapen - (Mycetinae), de grootste der Amerik. apen, met langen grijpstaart. Zij zijn vooral bekend door het ontzettende gebrul, dat zij kunnen aanheffen en dat, daar de dieren in troepen bijeen leven, op grooten afstand — kilometers ver — te hooren is. Het tongbeen is tot een groote beenige blaas opgezwollen, die dient om het gebrul te versterken...

m. (mv.), groepering van apen. De brulapen (Alouattinae) vormen een onderfamilie van een van de twee Zuidamerikaanse apenfamilies (Zie breedneusapen), gekenmerkt door een sterk ontwikkeld stemorgaan. De vijf of zes soorten bewonen de wouden van noordelijk Zuid-Amerika en Midden-Amerika in troepen, die meer dan één mannetje omvatten en...

Zie Aap.