Wat is de betekenis van brulaap?

2025-07-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

brulaap

Het begrip brulaap heeft 2 verschillende betekenissen: 1) brullende aap. aap uit Zuid-Amerika en Midden-Amerika met een lange grijpstaart en een karakteristiek diep brullend, van ver te horen geluid dat hij vooral bij zonsopgang in koor met de andere brulapen voortbrengt. 2) iemand die brult. iemand, vooral een man, die luid, grof en...

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

brulaap

(1928) (ook: brulbaviaan, brulkikker) (scheldw.) iemand die een grote mond opzet; schreeuwlelijk. Naar het in de bossen van Zuid-Amerika veel voorkomende dier. In Antwerpen noemt men een luidruchtig persoon een 'brulbakkes'. • Wij, opgeschroefde brulbavianen van het levenslied? (A.M. de Jong: Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928) • He...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

brulaap

brulaap - Zelfstandignaamwoord 1. (zoogdieren) Amerikaanse apen die een brullend lawaai kunnen produceren Woordherkomst samenstelling van brul(werkwoord) en aap

2025-07-24
Dieren-encyclopedie

Lize Stilma (1961)

Brulaap

De brulaap kan vanzelfsprekend brullen, anders zou hij deze naam ter onderscheiding van zijn soortgenoten niet dragen. De brulaap is een aap met een tongbeen, dat een hol deel heeft en dat holle deel staat in verbinding met de luchtpijp; daardoor ontstaat er een weerklank en wordt het geluid enorm versterkt. Vandaar dit brullen; bovendien hebben de...

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

brulaap

m. brulapen (aap in Z.-Am., die vervaarlijk kan brullen; Lat. mycetes).

2025-07-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Brulaap

grootste Amerik. aap met langen grijpstaart.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

brulaap

('brul) m. (...apen) grijpstaartige brullende aap in Zuid-Amerika (Alouatta caraya).

2025-07-24
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Brulaap

SUR. Zie MYCETES.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Brulaap

BRULAAP, m. (...apen), een apengeslacht in Zuid-Amerika die een vervaarlijk geluid kunnen maken (Mycetes).